De hoofdpersoon (ik-figuur), een ongeveer 8-jarige jongen, gaat met zijn lekker gekke oma en zijn oudere neven en nichten een weekendje weg. Het is één groot avontuur: ze logeren in een oud huis in een donker bos, maken een spannende trektocht, doen maffe spelletjes, stoken een groot kampvuur en slapen met zijn allen in een heel groot hemelbed. Een leuk, avontuurlijk en lekker vies verhaal over een superweekend met een geweldige oma. Tekst, typografie (enkel hoofdletters) en beeld zijn goed op elkaar afgestemd, wat zorgt voor een speels en fantasievol geheel. De tekst is humoristisch en vlot van toon. De expressieve, cartooneske illustraties hebben een geheimzinnige ondertoon, die wordt versterkt doordat er alleen zwart- en oranjetinten zijn gebruikt. Dit geeft het boek soms onbedoeld een duistere sfeer, ook op momenten waarop het er juist heel vrolijk en gezellig aan toe gaat. Het boek staat op de Tiplijst Kinderjury 2015. Met als extraatje een deurhanger in de sfeer van het boek*. Vanaf ca. 7 jaar.

Tien kinderen en een te gekke oma gaan met de gammele bus van oma een weekend logeren in het huis van de reus, midden in een bos. Kleintje is de jongste en de kleinste van de tien. Hij vertelt over een fantastisch, avontuurlijk, soms griezelig weekend. In het bos woont ook een jager die ze Meneer Bordjes noemen, omdat hij overal bordjes ophangt met 'Niet ...', 'Verboden ...', 'Pas op ...' Bij oma kan en mag veel meer dan thuis want oma is voor niets of niemand bang. In het huis van de reus staat een heel groot bed waarin zeven(!) kinderen passen. En op de trap tusen de treden zes en zeven is een groot zwart gat. Daar moet je extra opletten. Voor het slapengaan vertelt oma verhalen: soms eng, soms vies maar altijd spannend. Kleintje is bang in het donker want in het oude huis kraakt alles. Dan gaat hij met oma op het dak zitten en dan vertelt oma over andere dingen, bijvoorbeeld over opa. Soms zitten ze gewoon en zwijgen. Overdag onderneemt oma avontuurlijke tochten met de kinderen en overal zien ze bordjes. Op de laatste avond houden ze een kampvuur en zondag is het de dag van de 'Lange tocht' en die eindigt bij het graf van opa. Daar eten ze koek en dan praat oma tegen opa. Opa zwijgt, maar ik voel dat hij luistert. (p. 70). Na een ijsje gaat het terug naar huis. En Kleintje, die heeft echt leren durven.
Een boek over een knotsgekke oma met een gevoelig randje. Het verhaal heeft iets van een strip. De cartoon-achtige illustraties staan her en der tussen de tekst, ze vertellen een deel van het verhaal. De tekst lijkt handgeschreven in drukletters maar het vraagt enige aanpassing van de kinderen om het verschil te zien tussen een I en een T. Dit boek schuwt geen vieze woorden: stront, prot, slijm ... en is (soms te) hilarisch. Maar het gaat vooral over een oma uit de duizend. Bij het boek is een bladwijzer, die ook aan de slaapkamerdeur kan gehangen worden met: 'Opgepast! Hier waakt Oma'.

Hier waakt oma is een knotsgek boek over een 'speciale' oma die op reis gaat met haar tien kleinkinderen. Het wordt een geweldig maar ook gevaarlijk avontuur. Oma is immers niet zomaar een oma: ze vertelt verhaaltjes over zombies zonder tanden, rijdt met een oude rammelbus en houdt van vies eten …De tekst is gek en bijzonder, met zinnen als: 'Ik draag de BRRR slang' of 'Eekhoorns weten het als je naar hen knipoogt'. Het verhaal is griezelig, actief, speels, niet alleen qua inhoud, maar ook qua opzet en lettertypes. De oranje-blauwe illustraties van Melvin verlevendigen het verhaal. Stefan Boonen schrijft sinds 2000 kinderboeken: hij heeft al meer dan tachtig titels op zijn naam en verschillende daarvan kregen een prijs of werden bewerkt voor theater of tv.