Op ‘t Sonnis
Op mijn vacht schijnt zacht de zon
Ik sta hier heerlijk te grazen
Mensen stoppen met razen
Als dat maar vaker kon
Wandelen of fietsen naar het ijssalon
Tussen weiden en velden uitblazen
Kijken naar vogels, konijnen en hazen
De mijnterrils aan de horizon
Terwijl ik ga liggen in het malse gras
Bij honderd wollen knapen
Voel ik hoe het vroeger was
Maar ik mag niet slapen
Want de wolf is in zijn sas
En hij houdt van schapen
Kristel Lemmens